“Dat is best omslachtig, toch is dit wel de huidige werkwijze in de tuinbouw”
“Kijk, ik mag er niet komen, maar daar in de productieruimte is iemand bezig met het in elkaar zetten van de kasten waar onze hardware in komt”, vertelt Wilco Dijkstra, al wijzend vanachter een raam, in het laboratorium van CE-Line. Als founder heeft hij nu in ieder geval zicht op het proces, iets wat eerder in zijn carrière juist ontbrak. “Ik ben chemist van huis uit, vroeger werkte ik veel in mijn witte jas in laboratoria vanuit de analyserende hoek. Maar ik vroeg me altijd af; wat gebeurt er met de data die weggaat? Later kwam ik juist aan de andere kant terecht: in de advieshoek, dus advisering op waterkwaliteit, met name voorziekenhuizen en zorginstellingen. Daar was ik dan weer aan het wachten tot de data van de laboratoria binnenkwamen.”
Die twee werelden moeten bij elkaar gebracht worden, dacht Wilco. Zo ontstond het idee voor CE-Line, een techniek die door hen liefkozend Celine wordt genoemd én in een gemiddelde landbouwkas voor 5% meer output zorgt.
“De techniek die we gebruiken heet Capillaire Elektroforese (CE), en dit zetten we in-line in. Vandaar CE-Line. Onze hoofddoel als startup is om de technieken die in een laboratorium gebruikt worden, rechtstreeks toe te voegen aan het proces op locatie. Dus dat betekent voor de tuinbouwsector, waar wij ons nu specifiek op richten, dat wanneer je watermonsters afneemt in een kas, deze niet eerst naar een lab gestuurd worden voor analyse, maar we realtime meten.”
Stel, het is in Nederland op maandag min vier graden, Rijkswaterstaat meet dit en plant voor de hele week strooiwagens in. Inmiddels is het op vrijdag alweer tien graden boven nul, maar de zoutroutes worden nog gewoon gereden. Dat is best omslachtig, toch is dit wel de huidige werkwijze in de tuinbouw. Wilco: “Het is nu zo dat standaard telers één keer in de twee weken een monster naar het lab sturen en dan duurt het nog twee of drie dagen voordat ze hun resultaten krijgen. Bij grotere bedrijven gaat dit iets sneller; zij sturen meestal één keer per week een monster op en krijgen de volgende dag resultaat.
Maar dit betekent alsnog dat hun waterhuishouding gestuurd wordt op één meting per week. Terwijl een plant op een zonnige maandag anders water opneemt dan op een regenachtige dinsdag. Je zou dan willen schakelen en de voeding in het water op de weersverwachting aanpassen. En dat proces willen wij dus op locatie automatiseren. Niet meer één meting per week, maar realtime sturen op basis van tien of twintig metingen per dag.”

5% meer kwaliteitsvoedsel
Met de wereldwijd groeiende bevolking en het begrootte voedseltekort moet er meer voedsel geproduceerd worden. “Een gemiddelde kas is vijf tot tien hectare”, legt Wilco uit. “Als je de planten daar het hele jaar precies het water geeft dat ze nodig hebben, creëer je zo vijf procent meer output. Dat brengt kilo’s meer tomaten of komkommers op. Als je dat in alle kassen over de hele wereld doet, met zo’n veertig- tot vijfenveertigduizend hectare aan tuinbouw, lossen we het toekomstige voedseltekort niet op, maar dragen we zeker een steentje bij.”
Het lab naar het proces brengen kan op meer plekken
Hoewel impact maken in alle kassen ter wereld best ambitieus is, stopt de missie van CE-Line daar niet. “Het laboratorium naar de processen te brengen kan natuurlijk op meer plekken. Want als je heel abstract kijkt; meten we nutriënten. Dus geladen deeltjes in water. Nu voor de tuinbouw, maar dat zou ook een zware metalenmeting voor drinkwater kunnen worden.”